De Vlaamse heffing op ongeschikte en onbewoonbare woningen is verschuldigd als het gebouw of de woning gedurende 12 opeenvolgende maanden is opgenomen in de inventaris van ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woningen (VIVOO). Ligt de woning in een gemeente met een eigen heffingsreglement op ongeschikte en onbewoonbare woningen, dan telt niet de Vlaamse maar de gemeentelijke heffing.
Zolang het gebouw en/of de woning niet is geschrapt uit de inventaris (beheerd door agentschap Wonen in Vlaanderen) blijft de Vlaamse heffing, vanaf de datum van de eerste verjaardag, jaarlijks verschuldigd.
De belastingplichtige is elke persoon die op het ogenblik van het verstrijken van de eerste periode van 12 maanden na opname van het pand in de inventaris (of een verjaringsdatum ervan) houder is van één van volgende zakelijke rechten:
- de volle eigendom
- het recht van opstal of van erfpacht
- het vruchtgebruik.
In bepaalde gevallen kunt u van de Vlaamse heffing worden vrijgesteld zoals:
- wanneer er geen bouwvergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid
- wanneer het pand getroffen werd door een ramp.
In bepaalde gevallen kan de Vlaamse heffing worden opgeschort:
- bij het uitvoeren van renovatiewerken
- als u een pand aankoopt dat binnen de 2 jaar geschrapt is uit de inventaris of vrijgesteld of geschorst is van heffing.
Gebouwen op de inventaris van verwaarloosde woningen of gebouwen worden sinds 1 januari 2017 niet meer door het Vlaamse gewest maar door de gemeente belast.